Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 10 11 12 13 16 18
Er zijn 20 woorden bevattend met IMMUNimmuniseer immuniteit immunogeen immunoloog —— immunisatie immuniseert immuniseren immunogenen immunologen immunologie —— immuniseerde immuniserend immuniteiten —— immuniseerden immuniserende immunologisch —— groepsimmuniteit immunogeniciteit —— groepsimmuniteiten immunosuppressivum 28 definities gevonden- immuniseer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van immuniseren. — w. Gebiedende wijs van immuniseren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van immuniseren.
- immuniteit — n. (Medisch) onvatbaarheid voor een ziekte. — n. Onschendbaarheid m.b.t. bepaalde wetten.
- immunogeen — n. (Medisch) antigeen dat een immuunreactie oproept. — bijv. (Medisch) wat onvatbaarheid (afweer) veroorzaakt.
- immunoloog — n. (Beroep) deskundige op het gebied van het afweersysteem van… — n. (Medisch) arts gespecialiseerd in ziekten van het afweersysteem.
- immunisatie — n. (Medisch) opwekken van onvatbaarheid.
- immuniseert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van immuniseren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van immuniseren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van immuniseren.
- immuniseren — w. (Medisch) beschermen tegen een infectieziekte door het geven… — w. (Figuurlijk) beschermen tegen een potentieel gevaar door het…
- immunogenen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord immunogeen.
- immunologen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord immunoloog.
- immunologie — n. (Medisch) (fysiologie) de leer van het afweersysteem dat verantwoordelijk…
- immuniseerde — w. Enkelvoud verleden tijd van immuniseren.
- immuniserend — w. Onvoltooid deelwoord van immuniseren.
- immuniteiten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord immuniteit.
- immuniseerden — w. Meervoud verleden tijd van immuniseren.
- immuniserende — w. Verbogen vorm van immuniserend, het onvoltooid deelwoord van immuniseren.
- immunologisch — bijv. (Medisch) met betrekking tot onvatbaarheid voor schadelijke invloeden.
- groepsimmuniteit — n. (Medisch) de situatie waarbij voldoende mensen antistoffen…
- immunogeniciteit — n. Het vermogen om immuniteit te veroorzaken.
- groepsimmuniteiten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord groepsimmuniteit.
- immunosuppressivum — n. (Medisch) afweeronderdrukker.
Zie deze lijst voor:
|