|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 8 9 10 11 12 13 14 15 17
Er zijn 25 woorden bevattend met INFLUinflux —— influxen —— influenza —— influencer influentie influenza's influister —— finfluencer influencers influenties influistert tuinfluiter —— finfluencers influisterde influisteren tuinfluiters —— influisterden influisterend influistering —— influenzavirus influisterende tuinfluitertje —— influisteringen tuinfluitertjes —— influenzavirussen 29 definities gevonden- influx — n. Instroom, toevloed.
- influxen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord influx.
- influenza — n. (Medisch) een ziekte die veroorzaakt wordt door een griepvirus.
- influencer — n. (Beroep) iemand die, voornamelijk door de eigen aanhang op…
- influentie — n. Invloed. — n. (Natuurkunde) de eigenschap dat een elektrisch geladen lichaam…
- influenza's — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord influenza.
- influister — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van influisteren.
- finfluencer — n. Iemand die, voornamelijk door de eigen aanhang op sociale media…
- influencers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord influencer.
- influenties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord influentie.
- influistert — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van influisteren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van influisteren.
- tuinfluiter — n. (Vogels) Sylvia borin , een zangvogel uit de familie van zangers Sylviidae.
- finfluencers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord finfluencer.
- influisterde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van influisteren.
- influisteren — w. Overgankelijk iemand heimelijk iets zeggen. — w. Overgankelijk iets met een geringe geluidssterkte in het oor zeggen. — w. Overgankelijk voorzeggen tijdens een toneel voorstelling, souffleren.
- tuinfluiters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tuinfluiter.
- influisterden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van influisteren.
- influisterend — w. Onvoltooid deelwoord van influisteren.
- influistering — n. Wat men op een stiekeme, fluisterende manier wordt verteld…
- influenzavirus — n. (Medisch) (virussen) benaming voor de soorten uit familie Orthomyxoviridae…
- influisterende — w. Verbogen vorm van influisterend, het onvoltooid deelwoord van influisteren.
- tuinfluitertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord tuinfluiter.
- influisteringen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord influistering.
- tuinfluitertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord tuinfluiter.
- influenzavirussen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord influenzavirus.
Zie deze lijst voor:
| |