Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
Er zijn 24 woorden bevattend met INREIinreis —— inreist —— inreisde inreizen —— inreisden inreizend treinreis —— inreisvisa inreizende —— inreisvisum treinreisje treinreizen —— inreisverbod inreisvisums treinreisjes —— treinreiziger —— inreiscontrole inreisverboden treinreizigers —— inreisbeperking inreiscontroles —— treinreizigertje —— inreisbeperkingen treinreizigertjes 26 definities gevonden- inreis — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inreizen.
- inreist — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inreizen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inreizen.
- inreisde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inreizen.
- inreizen — w. Een gebied door te reizen binnenkomen.
- inreisden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van inreizen.
- inreizend — w. Onvoltooid deelwoord van inreizen.
- treinreis — n. Een reis die je maakt met een trein.
- inreisvisa — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord inreisvisum.
- inreizende — w. Verbogen vorm van inreizend, het onvoltooid deelwoord van inreizen.
- inreisvisum — n. Een visum dat men moet hebben om een land in te mogen reizen.
- treinreisje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord treinreis.
- treinreizen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord treinreis.
- inreisverbod — n. Verbod om in een staat in te reizen.
- inreisvisums — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord inreisvisum.
- treinreisjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord treinreis.
- treinreiziger — n. Iemand die met de trein reist.
- inreiscontrole — n. De controle op goederen of mensen bij het binnenreizen van…
- inreisverboden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord inreisverbod.
- treinreizigers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord treinreiziger.
- inreisbeperking — n. Maatregel die de soort reizigers dat een land mag binnengaan beperkt. — n. Maatregel die het aantal reizigers dat een land mag binnengaan beperkt.
- inreiscontroles — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord inreiscontrole.
- treinreizigertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord treinreiziger.
- inreisbeperkingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord inreisbeperking.
- treinreizigertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord treinreiziger.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 2 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 1 woord
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 314 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: 1 woord
|