Woordenlijsten Zoek woorden

Lijst met woorden bevattend met

Snelle modus

Klik om een zesde letter toe te voegen

Klik om de laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetischAllemaal op maat891011121314


Er zijn 21 woorden bevattend met IPEER

equipeer  ——  dissipeerequipeert  ——  anticipeerdissipeertemancipeerequipeerde  ——  anticipeertdissipeerdeemancipeertequipeerdenparticipeer  ——  anticipeerdedissipeerdenemancipeerdeparticipeert  ——  anticipeerdenemancipeerdengeconstipeerdparticipeerde  ——  participeerden

41 definities gevonden

  • equipeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van equiperen. — w. Gebiedende wijs van equiperen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van equiperen.
  • dissipeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dissiperen. — w. Gebiedende wijs van dissiperen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dissiperen.
  • equipeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van equiperen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van equiperen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van equiperen.
  • anticipeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van anticiperen. — w. Gebiedende wijs van anticiperen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van anticiperen.
  • dissipeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dissiperen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dissiperen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van dissiperen.
  • emancipeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van emanciperen. — w. Gebiedende wijs van emanciperen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van emanciperen.
  • equipeerde — w. Enkelvoud verleden tijd van equiperen.
  • anticipeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van anticiperen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van anticiperen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van anticiperen.
  • dissipeerde — w. Enkelvoud verleden tijd van dissiperen.
  • emancipeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van emanciperen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van emanciperen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van emanciperen.
  • equipeerden — w. Meervoud verleden tijd van equiperen.
  • participeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van participeren. — w. Gebiedende wijs van participeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van participeren.
  • anticipeerde — w. Enkelvoud verleden tijd van anticiperen.
  • dissipeerden — w. Meervoud verleden tijd van dissiperen.
  • emancipeerde — w. Enkelvoud verleden tijd van emanciperen.
  • participeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van participeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van participeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van participeren.
  • anticipeerden — w. Meervoud verleden tijd van anticiperen.
  • emancipeerden — w. Meervoud verleden tijd van emanciperen.
  • geconstipeerd — bijv. Van een persoon of dier dat hij of zij geen ontlasting meer kan krijgen.
  • participeerde — w. Enkelvoud verleden tijd van participeren.
  • participeerden — w. Meervoud verleden tijd van participeren.
Vorige lijstVolgende lijst
Willekeurig woordTerug naar boven


Ortograf Inc.Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid.
© Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.