Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Er zijn 25 woorden bevattend met IRRIGirrigeer —— irrigatie irrigator irrigeert irrigeren —— irrigaties irrigators irrigeerde irrigerend —— irrigatoren irrigeerden irrigerende —— irrigatortje —— irrigatortjes —— irrigatiewater —— irrigatiekanaal irrigatiewerken —— irrigatiekanalen irrigatiesysteem —— irrigatielandbouw irrigatiesystemen —— irrigatiekanaaltje —— irrigatiekanaaltjes irrigatiesysteempje —— irrigatiesysteempjes 30 definities gevonden- irrigeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van irrigeren. — w. Gebiedende wijs van irrigeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van irrigeren.
- irrigatie — n. (Landbouw) het op grote schaal water naar landbouwgrond transporteren…
- irrigator — n. (Medisch) toestel voor het reinigen van wonden en het uitspoelen…
- irrigeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van irrigeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van irrigeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van irrigeren.
- irrigeren — w. Overgankelijk, (landbouw) op grote schaal water naar landbouwgrond… — w. (Medisch) (een wond, lichaamsholte) (met een irrigator) uitspoelen.
- irrigaties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord irrigatie.
- irrigators — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord irrigator.
- irrigeerde — w. Enkelvoud verleden tijd van irrigeren.
- irrigerend — w. Onvoltooid deelwoord van irrigeren.
- irrigatoren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord irrigator.
- irrigeerden — w. Meervoud verleden tijd van irrigeren.
- irrigerende — w. Verbogen vorm van irrigerend, het onvoltooid deelwoord van irrigeren.
- irrigatortje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord irrigator.
- irrigatortjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord irrigator.
- irrigatiewater — n. Water dat nodig is voor het bevloeien van akkers.
- irrigatiekanaal — n. Kanaal waardoor water stroomt om een terrein te bevloeien (irrigeren).
- irrigatiewerken — n. Inrichtingen voor bevloeiing.
- irrigatiekanalen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord irrigatiekanaal.
- irrigatiesysteem — n. (Techniek) (landbouw) systeem om gewassen van water te voorzien.
- irrigatielandbouw — n. Landbouw waarbij je met kanalen en dijken water naar de akkers brengt.
- irrigatiesystemen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord irrigatiesysteem.
- irrigatiekanaaltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord irrigatiekanaal.
- irrigatiekanaaltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord irrigatiekanaal.
- irrigatiesysteempje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord irrigatiesysteem.
- irrigatiesysteempjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord irrigatiesysteem.
Zie deze lijst voor:
|