Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11
Er zijn 13 woorden bevattend met ITMAAditmaal uitmaak uitmaal —— buitmaak uitmaakt uitmaalt —— buitmaakt uitmaakte uitmaalde —— buitmaakte uitmaakten uitmaalden —— buitmaakten 16 definities gevonden- ditmaal — bijw. Bij deze gelegenheid.
- uitmaak — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitmaken.
- uitmaal — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitmalen.
- buitmaak — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van buitmaken.
- uitmaakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitmaken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitmaken.
- uitmaalt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitmalen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitmalen.
- buitmaakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van buitmaken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van buitmaken.
- uitmaakte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitmaken.
- uitmaalde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitmalen.
- buitmaakte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van buitmaken.
- uitmaakten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitmaken.
- uitmaalden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitmalen.
- buitmaakten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van buitmaken.
|