Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 18 19 21
Er zijn 24 woorden bevattend met ITTREbankuittreksel bankuittreksels rekeninguittreksel rekeninguittreksels uittrede uittreden uittredend uittredende uittreding uittredingen uittredingservaring uittredingservaringen uittreed uittreedt uittrek uittrekbaar uittrekken uittrekkend uittrekkende uittreksel uittreksels uittrekseltje uittrekseltjes uittrekt 32 definities gevonden- bankuittreksel — n. (Financieel) een lijst met gemaakte betalingen en afschrijvingen…
- bankuittreksels — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bankuittreksel.
- rekeninguittreksel — n. Overzicht van de veranderingen in een tegoed (inkomsten en…
- rekeninguittreksels — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord rekeninguittreksel.
- uittrede — w. (In een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van uittreden.
- uittreden — w. Ergatief een -met name religieuze- gemeenschap voorgoed verlaten. — w. Ergatief niet langer deelnemen aan een vennootschap. — w. Ergatief zich terugtrekken uit de arbeidsmarkt.
- uittredend — w. Onvoltooid deelwoord van uittreden.
- uittredende — w. Verbogen vorm van uittredend, het onvoltooid deelwoord van uittreden.
- uittreding — n. Het ergens uitstappen of uittreden / het opzeggen van je lidmaatschap. — n. Met pensioen gaan. — n. Parapsychologie: het buiten het eigen lichaam gaan.
- uittredingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord uittreding.
- uittredingservaring — n. Ervaring waarbij (het lijkt of) de geest buiten het lichaam treedt.
- uittredingservaringen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord uittredingservaring.
- uittreed — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittreden.
- uittreedt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittreden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittreden.
- uittrek — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittrekken.
- uittrekbaar — bijv. Dat iets na trekken bruikbaar wordt.
- uittrekken — w. Overgankelijk van je lichaam af halen, kleding afleggen. — w. Overgankelijk uit iets anders trekken. — w. Overgankelijk een kort overzicht maken van.
- uittrekkend — w. Onvoltooid deelwoord van uittrekken.
- uittrekkende — w. Verbogen vorm van uittrekkend, het onvoltooid deelwoord van uittrekken.
- uittreksel — n. Een beknopte beschrijving van een inhoud.
- uittreksels — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord uittreksel.
- uittrekseltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord uittreksel.
- uittrekseltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord uittreksel.
- uittrekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittrekken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittrekken.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 12 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 8 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 58 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|