Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15
Er zijn 13 woorden bevattend met ILIEERaffilieer —— affilieert —— affilieerde domicilieer humiliëerde —— affilieerden domicilieert reconcilieer —— domicilieerde reconcilieert —— domicilieerden reconcilieerde —— reconcilieerden 25 definities gevonden- affilieer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van affiliëren. — w. Gebiedende wijs van affiliëren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van affiliëren.
- affilieert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van affiliëren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van affiliëren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van affiliëren.
- affilieerde — w. Enkelvoud verleden tijd van affiliëren.
- domicilieer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van domiciliëren. — w. Gebiedende wijs van domiciliëren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van domiciliëren.
- humiliëerde — w. Enkelvoud verleden tijd van humiliëren.
- affilieerden — w. Meervoud verleden tijd van affiliëren.
- domicilieert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van domiciliëren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van domiciliëren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van domiciliëren.
- reconcilieer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van reconciliëren. — w. Gebiedende wijs van reconciliëren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- domicilieerde — w. Enkelvoud verleden tijd van domiciliëren.
- reconcilieert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van reconciliëren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van reconciliëren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van reconciliëren.
- domicilieerden — w. Meervoud verleden tijd van domiciliëren.
- reconcilieerde — w. Enkelvoud verleden tijd van reconciliëren.
- reconcilieerden — w. Meervoud verleden tijd van reconciliëren.
|