|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 10 11 12 13 14
Er zijn 24 woorden bevattend met INTERAinteracteer interacteerde interacteerden interacteert interacteren interacterend interacterende interactie interactief interacties interageer interageerde interageerden interageert interageren interagerend interagerende overwinteraar overwinteraars winterachtig winteravond winteravonden winteravondje winteravondjes 34 definities gevonden- interacteer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van interacteren. — w. Gebiedende wijs van interacteren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van interacteren.
- interacteerde — w. Enkelvoud verleden tijd van interacteren.
- interacteerden — w. Meervoud verleden tijd van interacteren.
- interacteert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van interacteren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van interacteren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van interacteren.
- interacteren — w. Inergatief deelnemen aan een interactie.
- interacterend — w. Onvoltooid deelwoord van interacteren.
- interacterende — w. Verbogen vorm van interacterend, het onvoltooid deelwoord van interacteren.
- interactie — n. Onderlinge beïnvloeding, wisselwerking.
- interactief — bijv. In wisselwerking. — bijv. Elkaar beïnvloedend. — bijv. (Informatica) door de gebruiker beïnvloedbaar.
- interacties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord interactie.
- interageer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van interageren. — w. Gebiedende wijs van interageren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van interageren.
- interageerde — w. Enkelvoud verleden tijd van interageren.
- interageerden — w. Meervoud verleden tijd van interageren.
- interageert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van interageren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van interageren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van interageren.
- interageren — w. Absoluut deelnemen aan een interactie.
- interagerend — w. Onvoltooid deelwoord van interageren.
- interagerende — w. Verbogen vorm van interagerend, het onvoltooid deelwoord van interageren.
- overwinteraar — n. Iemand die gedurende de winter in een warmer gebied blijft.
- overwinteraars — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord overwinteraar.
- winterachtig — bijv. Gelijkend op, of eigenschappen hebbend van winter.
- winteravond — n. (Tijdrekening) de uren tussen de middag en de nachtelijke uren…
- winteravonden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord winteravond.
- winteravondje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord winteravond.
- winteravondjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord winteravond.
Zie deze lijst voor:
| |