Woordenlijsten Zoek woorden

Lijst met woorden bevattend met

Snelle modus

Klik om een zevende letter toe te voegen

Klik om de laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetischAllemaal op maat891011121314151619


Er zijn 20 woorden bevattend met ITBRAA

corona-uitbraakcoronavirusuitbraakdengue-uitbraakpestuitbraakpestuitbraakjepestuitbraakjesuitbraaduitbraaddeuitbraaddenuitbraadtuitbraakuitbraakjeuitbraakjesuitbraakpoginguitbraakpogingenuitbraaktuitbraakteuitbraaktenvirusuitbraakziekte-uitbraak

25 definities gevonden

  • corona-uitbraak — n. (Medisch) het plotseling optreden van een door het coronavirus…
  • coronavirusuitbraak — n. (Medisch) het plotseling optreden van het coronavirus.
  • dengue-uitbraak — n. (Medisch) plotselinge toename van het aantal patiënten met knokkelkoorts.
  • pestuitbraak — n. (Medisch) plotseling optreden van pest in een populatie.
  • pestuitbraakje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord pestuitbraak.
  • pestuitbraakjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord pestuitbraak.
  • uitbraad — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbraden.
  • uitbraadde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitbraden.
  • uitbraadden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitbraden.
  • uitbraadt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbraden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbraden.
  • uitbraak — n. Het plotseling stijgen van een koers op de aandelenmarkt. — n. (Medisch) het plotseling optreden van een besmettelijke ziekte. — n. Uitbarsting van een vulkaan.
  • uitbraakje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord uitbraak.
  • uitbraakjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord uitbraak.
  • uitbraakpoging — n. Poging om te ontsnappen.
  • uitbraakpogingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord uitbraakpoging.
  • uitbraakt — w. (In een bijzin) gij-vorm verleden tijd van uitbreken. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbraken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbraken.
  • uitbraakte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitbraken.
  • uitbraakten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitbraken.
  • virusuitbraak — n. (Medisch) het plotseling optreden van een besmettelijk virus.
  • ziekte-uitbraak — n. (Medisch) het plotseling optreden van een ziekte.
Vorige lijstVolgende lijst
Willekeurig woordTerug naar boven

Zie deze lijst voor:

  • Engels WikiWoordenboek: 3 woorden
  • Frans WikiWoordenboek: geen woord
  • Spaans WikiWoordenboek: geen woord
  • Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
  • Duits WikiWoordenboek: geen woord
  • Portugees WikiWoordenboek: geen woord


Ortograf Inc.Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid.
© Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.