Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 16 17 18 19 20 21
Er zijn 24 woorden bevattend met INNENVAbinnenvaar binnenvaart binnenvaarten binnenvaartscheepje binnenvaartscheepjes binnenvaartschepen binnenvaartschip binnenvaartschipper binnenvaartschippers binnenvaartsector binnenvaartsectoren binnenvaartsectortje binnenvaartsectortjes binnenvader binnenvaders binnenval binnenvallen binnenvallend binnenvallende binnenvalt binnenvaren binnenvarend binnenvarende pinnen␣vast 28 definities gevonden- binnenvaar — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenvaren.
- binnenvaart — n. (Scheepvaart) de scheepvaart op de binnenwateren zoals rivieren en kanalen. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenvaren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenvaren.
- binnenvaarten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord binnenvaart.
- binnenvaartscheepje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord binnenvaartschip.
- binnenvaartscheepjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord binnenvaartschip.
- binnenvaartschepen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord binnenvaartschip.
- binnenvaartschip — n. (Transport) (scheepvaart) een schip dat uitsluitend op de binnenwateren…
- binnenvaartschipper — n. (Beroep) (scheepvaart) iemand die voor zijn beroep vaart op…
- binnenvaartschippers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord binnenvaartschipper.
- binnenvaartsector — n. (Scheepvaart) de economische sector van het vrachtverkeer over binnenwateren.
- binnenvaartsectoren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord binnenvaartsector.
- binnenvaartsectortje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord binnenvaartsector.
- binnenvaartsectortjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord binnenvaartsector.
- binnenvader — n. (Beroep) (verouderd) man die de dagelijkse leiding heeft over…
- binnenvaders — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord binnenvader.
- binnenval — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenvallen.
- binnenvallen — w. Ergatief zonder uitnodiging ergens naar binnen gaan. — w. Ergatief een invasie plegen.
- binnenvallend — w. Onvoltooid deelwoord van binnenvallen.
- binnenvallende — w. Verbogen vorm van binnenvallend, het onvoltooid deelwoord van binnenvallen.
- binnenvalt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenvallen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenvallen.
- binnenvaren — w. (Scheepvaart) met een schip een haven of vaarweg ingaan.
- binnenvarend — w. Onvoltooid deelwoord van binnenvaren.
- binnenvarende — w. Verbogen vorm van binnenvarend, het onvoltooid deelwoord van binnenvaren.
- pinnen␣vast — w. Meervoud tegenwoordige tijd van vastpinnen.
|