Lijst met woorden van 7 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vierde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Er zijn 19 woorden van zeven letters bevattend met JDTafrijdt belijdt benijdt berijdt inrijdt inwijdt narijdt omrijdt oprijdt rijdt␣af rijdt␣in rijdt␣na rijdt␣om rijdt␣op strijdt wijdten wijdtes wijdt␣in wijd␣toe 47 definities gevonden- afrijdt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afrijden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afrijden.
- belijdt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van belijden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van belijden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van belijden.
- benijdt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van benijden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van benijden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van benijden.
- berijdt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van berijden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van berijden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van berijden.
- inrijdt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inrijden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inrijden.
- inwijdt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inwijden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inwijden.
- narijdt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van narijden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van narijden.
- omrijdt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omrijden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omrijden.
- oprijdt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oprijden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oprijden.
- rijdt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afrijden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afrijden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afrijden.
- rijdt␣in — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inrijden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inrijden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van inrijden.
- rijdt␣na — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van narijden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van narijden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van narijden.
- rijdt␣om — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omrijden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omrijden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van omrijden.
- rijdt␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oprijden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oprijden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van oprijden.
- strijdt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van strijden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van strijden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van strijden.
- wijdten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord wijdte.
- wijdtes — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord wijdte.
- wijdt␣in — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inwijden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inwijden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van inwijden.
- wijd␣toe — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toewijden. — w. Gebiedende wijs van toewijden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toewijden.
|