|
Lijst met woorden van 8 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vierde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Er zijn 20 woorden van acht letters bevattend met JORaansjort a␣goet␣jor djorkend djorkten fjordjes Joratais Jordaans Jordanië jortsait majoraan majoraat majoreer opsjorde sinjoren sjorde␣op sjorders sjorrend sjorring sjort␣aan teljoren 26 definities gevonden- aansjort — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aansjorren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aansjorren.
- a␣goet␣jor — fr. (Jiddisch-Hebreeuws) een goed jaar!, goed jaar! (antwoord…
- djorkend — w. Onvoltooid deelwoord van djorken.
- djorkten — w. Meervoud verleden tijd van djorken.
- fjordjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord fjord.
- Joratais — n. (Taal) streektaal van Franstaligen in de Jorat, een bergachtig…
- Jordaans — bijv. (Demoniem) op Jordanië betrekking hebbend.
- Jordanië — eig. (Toponiem: land) een land in het Midden-Oosten, officieel…
- jortsait — n. (Jiddisch-Hebreeuws) jaarlijkse herdenking van de sterfdag…
- majoraan — n. (Plantkunde) (voeding) heestergewas waarvan de bladeren als…
- majoraat — n. Erfverdeling waarbij het te erven goed (zoals de titel "koning")…
- majoreer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van majoreren. — w. Gebiedende wijs van majoreren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van majoreren.
- opsjorde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opsjorren.
- sinjoren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord sinjoor.
- sjorde␣op — w. Enkelvoud verleden tijd van opsjorren.
- sjorders — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord sjorder.
- sjorrend — w. Onvoltooid deelwoord van sjorren.
- sjorring — n. (Transport) de vastzetting van lading zodat deze niet kan verschuiven… — n. (Scouting) de verbinding van houten palen met behulp van touw.
- sjort␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aansjorren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aansjorren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aansjorren.
- teljoren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord teljoor.
Zie deze lijst voor:
| |