Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een vierde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14
Er zijn 22 woorden bevattend met JUGbeatjuggel beatjuggelde beatjuggelden beatjuggelen beatjuggelend beatjuggelende beatjuggelt conjugaal conjugatie conjugaties conjugatus conjugeer conjugeerde conjugeerden conjugeert conjugeren conjugerend conjugerende epijugale epijugales geconjugeerd jugendstil 34 definities gevonden- beatjuggel — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beatjuggelen. — w. Gebiedende wijs van beatjuggelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beatjuggelen.
- beatjuggelde — w. Enkelvoud verleden tijd van beatjuggelen.
- beatjuggelden — w. Meervoud verleden tijd van beatjuggelen.
- beatjuggelen — w. (Muziek) overgankelijk twee of meer geluidsmonsters manipuleren…
- beatjuggelend — w. Onvoltooid deelwoord van beatjuggelen.
- beatjuggelende — w. Verbogen vorm van beatjuggelend, het onvoltooid deelwoord van beatjuggelen.
- beatjuggelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beatjuggelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beatjuggelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van beatjuggelen.
- conjugaal — bijv. Betrekking hebbend op het huwelijk.
- conjugatie — n. (Medisch) binding. — n. (Taalkunde) vervoeging van een werkwoord.
- conjugaties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord conjugatie.
- conjugatus — bijv. (Medisch) gekoppeld.
- conjugeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van conjugeren. — w. Gebiedende wijs van conjugeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van conjugeren.
- conjugeerde — w. Enkelvoud verleden tijd van conjugeren.
- conjugeerden — w. Meervoud verleden tijd van conjugeren.
- conjugeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van conjugeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van conjugeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van conjugeren.
- conjugeren — w. (Taalkunde) de vervoegde vormen van een werkwoord vormen. — w. (Logica) uit twee ware uitspraken een derde vormen.
- conjugerend — w. Onvoltooid deelwoord van conjugeren.
- conjugerende — w. Verbogen vorm van conjugerend, het onvoltooid deelwoord van conjugeren.
- epijugale — n. (Anatomie).
- epijugales — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord epijugale.
- geconjugeerd — bijv. (Scheikunde) een over meer dan twee atomen uitgebreid stelsel… — bijv. (Scheikunde) slechts verschillend in een enkel proton. — bijv. (Wiskunde) slechts verschillend in het teken van de imaginaire…
- jugendstil — n. (Kunst) stroming die tussen 1880 en 1914 op verschillende plaatsen…
Zie deze lijst voor:
|