Lijst met woorden van 6 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vierde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 21 woorden van zes letters bevattend met KNOafknot beknor beknot geknok geknor knobel knoeit knoert knoest knoken knokig knokte knoopt knopen knopig knopje knopte knorde knot␣af knotje knotte 39 definities gevonden- afknot — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afknotten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afknotten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afknotten.
- beknor — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beknorren. — w. Gebiedende wijs van beknorren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beknorren.
- beknot — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van beknotten#gebiedende wijs van beknotten.
- geknok — n. Het aanhoudend vechten.
- geknor — n. Het voortdurend het geluid van een varken voortbrengen. — n. Brommend geluid dat men maakt als men ontevreden is. — n. Geluid dat men soms maakt tijdens de slaap.
- knobel — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knobelen. — w. Gebiedende wijs van knobelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knobelen.
- knoeit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knoeien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knoeien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van knoeien.
- knoert — n. Iets bijzonder groots en opvallends.
- knoest — n. (Bouwkunde) de plaats waar een zijtak aan de boom groeide… — n. (Plantkunde) de overgang van stam naar wortel bij een boom.
- knoken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord knook. — n. (Verouderd) handen. — n. (Verouderd) het lichaam.
- knokig — bijv. Met uitstekende benen maar wel stevig. — bijv. Van bomen: met uitstekende delen.
- knokte — w. Enkelvoud verleden tijd van knokken.
- knoopt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knopen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knopen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van knopen.
- knopen — w. Overgankelijk een vastzittende lus in een koord, draad of touw maken. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord knoop.
- knopig — bijv. Vol knopen, met veel knopen. — bijv. (Plantkunde) met uitstekende knopen.
- knopje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord knop.
- knopte — w. Enkelvoud verleden tijd van knoppen.
- knorde — w. Enkelvoud verleden tijd van knorren.
- knot␣af — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van afknotten#gebiedende wijs van afknotten.
- knotje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord knot.
- knotte — w. Enkelvoud verleden tijd van knotten.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 55 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 10 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 25 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|