Lijst met woorden van 8 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 21 woorden van acht letters bevattend met KTUIboekt␣uit buikt␣uit denkt␣uit deukt␣uit drukt␣uit duiktuig jonktuig kijkt␣uit kookt␣uit maakt␣uit melkt␣uit reikt␣uit rookt␣uit trekt␣uit vlakt␣uit weekt␣uit werktuig werkt␣uit wijkt␣uit ziekt␣uit zoekt␣uit 58 definities gevonden- boekt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitboeken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitboeken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitboeken.
- buikt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbuiken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbuiken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitbuiken.
- denkt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdenken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdenken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitdenken.
- deukt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdeuken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdeuken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitdeuken.
- drukt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdrukken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdrukken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitdrukken.
- duiktuig — n. (Scheepvaart) een vaartuig dat zich op grote diepte onder water begeven kan. — n. (Sport) het toebehoor voor het duiken, masker, gasflessen enz.
- jonktuig — n. (Scheepvaart) tuigage van een jonk.
- kijkt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkijken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkijken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitkijken.
- kookt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkoken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkoken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitkoken.
- maakt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitmaken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitmaken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitmaken.
- melkt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitmelken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitmelken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitmelken.
- reikt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitreiken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitreiken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitreiken.
- rookt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitroken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitroken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitroken.
- trekt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittrekken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uittrekken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uittrekken.
- vlakt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvlakken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvlakken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitvlakken.
- weekt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitweken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitweken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitweken.
- werktuig — n. (Gereedschap) een stuk gereedschap om een taak eenvoudiger…
- werkt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwerken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwerken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitwerken.
- wijkt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwijken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwijken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitwijken.
- ziekt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzieken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzieken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitzieken.
- zoekt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzoeken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzoeken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitzoeken.
|