Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10
Er zijn 24 woorden bevattend met KALKTaankalkt aankalkte aankalkten afkalkt afkalkte afkalkten bekalkte bekalkten gekalkt kalkt kalkt␣aan kalkt␣af kalkte kalkte␣aan kalkte␣af kalkten kalkten␣aan kalkten␣af ontkalkt ontkalkte ontkalkten verkalkt verkalkte verkalkten 37 definities gevonden- aankalkt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aankalken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aankalken.
- aankalkte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aankalken.
- aankalkten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van aankalken.
- afkalkt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkalken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkalken.
- afkalkte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afkalken.
- afkalkten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van aankalken.
- bekalkte — w. Enkelvoud verleden tijd van bekalken.
- bekalkten — w. Meervoud verleden tijd van bekalken.
- gekalkt — bijv. Met kalk gemarkeerd. — bijv. Op een slordige wijze beschreven of van verf voorzien.
- kalkt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kalken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kalken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van kalken.
- kalkt␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aankalken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aankalken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aankalken.
- kalkt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkalken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkalken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afkalken.
- kalkte — w. Enkelvoud verleden tijd van kalken.
- kalkte␣aan — w. Enkelvoud verleden tijd van aankalken.
- kalkte␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afkalken.
- kalkten — w. Meervoud verleden tijd van kalken.
- kalkten␣aan — w. Meervoud verleden tijd van aankalken.
- kalkten␣af — w. Meervoud verleden tijd van afkalken.
- ontkalkt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontkalken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontkalken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontkalken.
- ontkalkte — w. Enkelvoud verleden tijd van ontkalken.
- ontkalkten — w. Meervoud verleden tijd van ontkalken.
- verkalkt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verkalken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verkalken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verkalken.
- verkalkte — w. Enkelvoud verleden tijd van verkalken.
- verkalkten — w. Meervoud verleden tijd van verkalken.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: geen woord
- Frans WikiWoordenboek: geen woord
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 48 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|