Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 7 8 9 10 11 12 13
Er zijn 20 woorden bevattend met KLIMTafklimt beklimt inklimt klimt klimt␣af klimt␣in klimtocht klimtochten klimtol klimtollen klimtolletje klimtolletjes klimt␣op klimtouw klimtouwen klimtuig klimtuigen klimtuigje klimtuigjes opklimt 36 definities gevonden- afklimt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afklimmen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afklimmen.
- beklimt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beklimmen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beklimmen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van beklimmen.
- inklimt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inklimmen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inklimmen.
- klimt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klimmen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klimmen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van klimmen.
- klimt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afklimmen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afklimmen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afklimmen.
- klimt␣in — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inklimmen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inklimmen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van inklimmen.
- klimtocht — n. (Sport) een wandeltoch waarbij veel geklommen moet worden. — n. (Figuurlijk) poging om hogerop te komen op de maatschappelijke ladder.
- klimtochten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord klimtocht.
- klimtol — n. (Speelgoed) speelgoed, bestaande uit twee schijfjes die langs…
- klimtollen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord klimtol.
- klimtolletje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord klimtol.
- klimtolletjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord klimtol.
- klimt␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opklimmen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opklimmen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van opklimmen.
- klimtouw — n. (Sport) een touw dat zo dik is dat een mens erin kan klimmen. — n. (Sport) touw dat men gebruikt in de klimsport met name om af…
- klimtouwen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord klimtouw.
- klimtuig — n. Een constructie bedoeld om beklommen te worden. — n. Een stel riemen en touwen waarmee men veilig een boomstam beklimmen kan.
- klimtuigen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord klimtuig.
- klimtuigje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord klimtuig.
- klimtuigjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord klimtuig.
- opklimt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opklimmen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opklimmen.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 1 woord
- Frans WikiWoordenboek: 1 woord
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: geen woord
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|