Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 7 9 10 11 12 13 14
Er zijn 23 woorden bevattend met KROMPkromp —— bekromp inkromp krompen kromp␣in —— bekrompen inkrompen krompen␣in —— ineenkromp kromp␣ineen kromp␣samen noordkromp samenkromp —— onbekrompen —— ineenkrompen krompen␣ineen krompen␣samen noordkrompen noordkrompje samenkrompen —— bekrompenheid noordkrompjes —— bekrompenheden 25 definities gevonden- kromp — w. Enkelvoud verleden tijd van krimpen.
- bekromp — w. Enkelvoud verleden tijd van bekrimpen.
- inkromp — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inkrimpen.
- krompen — w. Meervoud verleden tijd van krimpen.
- kromp␣in — w. Enkelvoud verleden tijd van inkrimpen.
- bekrompen — bijv. Te beperkt van opvatting, niet verder kunnen kijken dan je neus lang is. — bijv. Krap. — w. Meervoud verleden tijd van bekrimpen.
- inkrompen — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van inkrimpen.
- krompen␣in — w. Meervoud verleden tijd van inkrimpen.
- ineenkromp — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van ineenkrimpen.
- kromp␣ineen — w. Enkelvoud verleden tijd van ineenkrimpen.
- kromp␣samen — w. Enkelvoud verleden tijd van samenkrimpen.
- noordkromp — n. (Tweekleppigen) bepaalde soort in zee levend schelpdier, Arctica…
- samenkromp — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van samenkrimpen.
- onbekrompen — bijv. Gul, royaal.
- ineenkrompen — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van ineenkrimpen.
- krompen␣ineen — w. Meervoud verleden tijd van ineenkrimpen.
- krompen␣samen — w. Meervoud verleden tijd van samenkrimpen.
- noordkrompen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord noordkromp.
- noordkrompje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord noordkromp.
- samenkrompen — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van samenkrimpen.
- bekrompenheid — n. Iets dat getuigt van kleingeestigheid.
- noordkrompjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord noordkromp.
- bekrompenheden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bekrompenheid.
|