|
Lijst met woorden van 7 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 23 woorden van zeven letters bevattend met LACHaanlach aflacht halacha lach␣aan lachbek lachbui lachend lachens lachers lachgas lachjes lach␣mee lacht␣af lachten lach␣toe lach␣uit lach␣weg Malachi meelach melacha toelach uitlach weglach 40 definities gevonden- aanlach — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanlachen.
- aflacht — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflachen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflachen.
- halacha — n. (Jiddisch-Hebreeuws) het normatieve, voorschrijvende deel van… — n. (Jiddisch-Hebreeuws) één onderdeel uit dit normatieve deel. — n. (Jiddisch-Hebreeuws) de hiermee verband houdende jurisprudentie.
- lach␣aan — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanlachen. — w. Gebiedende wijs van aanlachen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanlachen.
- lachbek — n. Iemand die veel moet lachen; iemand met gevoel voor humor.
- lachbui — n. Een aanval van aanhoudend gelach.
- lachend — bijv. Bezig zijn met lachen. — w. Onvoltooid deelwoord van lachen.
- lachens — n. Genitief van lachens.
- lachers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord lacher.
- lachgas — n. Vluchtige verbinding, N2O, die mensen in een euforische roes…
- lachjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord lach.
- lach␣mee — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meelachen. — w. Gebiedende wijs van meelachen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meelachen.
- lacht␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflachen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflachen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aflachen.
- lachten — w. Meervoud verleden tijd van lachen.
- lach␣toe — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toelachen. — w. Gebiedende wijs van toelachen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toelachen.
- lach␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitlachen. — w. Gebiedende wijs van uitlachen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitlachen.
- lach␣weg — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weglachen. — w. Gebiedende wijs van weglachen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weglachen.
- Malachi — eig. (Jiddisch-Hebreeuws) (religie) naam van de profeet Maleachi in de Tenach. — eig. (Jiddisch-Hebreeuws) (religie) boek in de Tenach, waarin…
- meelach — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meelachen.
- melacha — n. (Jiddisch-Hebreeuws) werk, handwerk, niet-geoorloofd op sjabbat.
- toelach — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toelachen.
- uitlach — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitlachen.
- weglach — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weglachen.
Zie deze lijst voor:
| |