Lijst met woorden van 9 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 25 woorden van negen letters bevattend met LAAPbrulaapje doorslaap halfslaap ontslaapt overslaap slaapbank slaapbeen slaapboek slaap␣door slaapdoos slaapkuur slaaplied slaapmuis slaapmuts slaapplek slaapstad slaapstee slaapster slaaptijd slaapt␣uit slaapuren slaapzaal uitslaapt verslaapt wolaapjes 37 definities gevonden- brulaapje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord brulaap.
- doorslaap — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorslapen.
- halfslaap — n. Toestand tussen slapen en waken in.
- ontslaapt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontslapen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontslapen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontslapen.
- overslaap — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overslapen. — w. Gebiedende wijs van overslapen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overslapen.
- slaapbank — n. (Meubel) een meubelstuk dat geschikt is als bank én als bed.
- slaapbeen — n. (Anatomie) één van de beenderen van de schedel.
- slaapboek — n. Boek die men voor het slapengaan leest.
- slaap␣door — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorslapen. — w. Gebiedende wijs van doorslapen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorslapen.
- slaapdoos — n. Waterbestendige kartonnen doos om in te slapen voor daklozen en thuislozen.
- slaapkuur — n. (Medisch) (verouderd) een verouderde medische behandeling die…
- slaaplied — n. Kinderliedje dat gezongen wordt om een kind in slaap te krijgen.
- slaapmuis — n. (Knaagdieren) familie van op eekhoorns lijkende knaagdieren.
- slaapmuts — n. (Hoofddeksel), (slapen) muts die men draagt tijdens het slapen. — n. (Drinken), (slapen) borrel die men drinkt om goed te kunnen slapen.
- slaapplek — n. Een plaats waar je kunt slapen.
- slaapstad — n. (Economie) een stad waarvan het grootste deel van de in deze…
- slaapstee — n. Plaats waar men kan slapen.
- slaapster — n. Vrouwelijk persoon die slaapt.
- slaaptijd — n. Het tijdstip dat je gaat slapen, of een duur van het slapen.
- slaapt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitslapen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitslapen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitslapen.
- slaapuren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord slaapuur.
- slaapzaal — n. Zaal die bestemd is om in te slapen door meerdere mensen.
- uitslaapt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitslapen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitslapen.
- verslaapt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verslapen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verslapen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verslapen.
- wolaapjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord wolaap.
|