|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 19
Er zijn 25 woorden bevattend met LEBBlebbe —— lebben lebber lebbig —— lebbert —— aflebber lebber␣af lebberde lebberen lebbetje —— aflebbert lebberden lebberend lebbert␣af lebbetjes —— aflebberde aflebberen lebberde␣af lebberen␣af lebberende —— aflebberden aflebberend lebberden␣af —— aflebberende —— zich␣het␣lebbes␣werken 36 definities gevonden- lebbe — n. (Zoötomie) leb.
- lebben — w. Inergatief (pejoratief) (verouderd) op een onzorgvuldige of… — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord leb. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord lebbe.
- lebber — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lebberen. — w. Gebiedende wijs van lebberen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lebberen.
- lebbig — bijv. Walgelijk, onaangenaam, zuur smakend.
- lebbert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lebberen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lebberen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van lebberen.
- aflebber — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflebberen.
- lebber␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflebberen. — w. Gebiedende wijs van aflebberen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflebberen.
- lebberde — w. Enkelvoud verleden tijd van lebberen.
- lebberen — w. (Drinken) onovergankelijk (min of meer hoorbaar) met kleine teugjes drinken.
- lebbetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord lebbe.
- aflebbert — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflebberen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflebberen.
- lebberden — w. Meervoud verleden tijd van lebberen.
- lebberend — w. Onvoltooid deelwoord van lebberen.
- lebbert␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflebberen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflebberen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aflebberen.
- lebbetjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord lebbe.
- aflebberde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aflebberen.
- aflebberen — w. Afzoenen of aflikken.
- lebberde␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van aflebberen.
- lebberen␣af — w. Meervoud tegenwoordige tijd van aflebberen.
- lebberende — w. Verbogen vorm van lebberend, het onvoltooid deelwoord van lebberen.
- aflebberden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van aflebberen.
- aflebberend — w. Onvoltooid deelwoord van aflebberen.
- lebberden␣af — w. Meervoud verleden tijd van aflebberen.
- aflebberende — w. Verbogen vorm van aflebberend, het onvoltooid deelwoord van aflebberen.
- zich␣het␣lebbes␣werken — fr. (Verouderd) zo hard werken dat je erbij neervalt.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 18 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 4 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: 48 woorden
- Duits WikiWoordenboek: 6 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
| |