Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 17 18 20 21
Er zijn 25 woorden bevattend met LEKSaardlekschakelaar aardlekschakelaars aardlekschakelaartje aardlekschakelaartjes Albanese␣leks lekschiet lekschieten lekschietend lekschietende lekschoot lekschoten leksla lekslaan lekslaand lekslaat leksloeg leksloegen lekstok lekstokje lekstokjes lekstokken scholekster scholeksters scholekstertje scholekstertjes 30 definities gevonden- aardlekschakelaar — n. (Elektrotechniek) een schakelaar die elektrische stroom onderbreekt…
- aardlekschakelaars — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aardlekschakelaar.
- aardlekschakelaartje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aardlekschakelaar.
- aardlekschakelaartjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord aardlekschakelaar.
- Albanese␣leks — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord Albanese lek.
- lekschiet — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lekschieten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lekschieten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lekschieten.
- lekschieten — w. Overgankelijk door schieten lek maken. — w. Overgankelijk (figuurlijk) door schieten een wond toebrengen.
- lekschietend — w. Onvoltooid deelwoord van lekschieten.
- lekschietende — w. Verbogen vorm van lekschietend, het onvoltooid deelwoord van lekschieten.
- lekschoot — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van lekschieten.
- lekschoten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van lekschieten.
- leksla — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lekslaan.
- lekslaan — w. Ergatief lek raken door onzacht in aanraking te komen met iets. — w. Overgankelijk lek maken door iets kapot te slaan.
- lekslaand — w. Onvoltooid deelwoord van lekslaan.
- lekslaat — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lekslaan. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lekslaan.
- leksloeg — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van lekslaan.
- leksloegen — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van lekslaan.
- lekstok — n. Snoepgoed op een stokje.
- lekstokje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord lekstok.
- lekstokjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord lekstok.
- lekstokken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord lekstok.
- scholekster — n. (Vogels) zwart-witte waadvogel met luide roep, Haematopus ostralegus.
- scholeksters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord scholekster.
- scholekstertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord scholekster.
- scholekstertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord scholekster.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 32 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 14 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 1 woord
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|