Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14
Er zijn 20 woorden bevattend met LTVObetaalt␣vooruit holt␣voort ijlt␣voor ijlt␣voort kabbelt␣voort rolt␣voort schotelt␣voor snelt␣voort snelt␣vooruit speelt␣voor spelt␣voor spiegelt␣voor spoelt␣vooruit stelt␣voor stelt␣voorop sukkelt␣voort telt␣voor valt␣voor valt␣voorover vielt␣voorover 58 definities gevonden- betaalt␣vooruit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitbetalen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitbetalen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vooruitbetalen.
- holt␣voort — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorthollen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorthollen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorthollen.
- ijlt␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorijlen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorijlen. — w. Verouderde gebiedende wijs meervoud van voorijlen.
- ijlt␣voort — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortijlen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortijlen. — w. Verouderde gebiedende wijs meervoud van voortijlen.
- kabbelt␣voort — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortkabbelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortkabbelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voortkabbelen.
- rolt␣voort — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortrollen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortrollen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voortrollen.
- schotelt␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorschotelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorschotelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorschotelen.
- snelt␣voort — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortsnellen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortsnellen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voortsnellen.
- snelt␣vooruit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitsnellen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitsnellen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vooruitsnellen.
- speelt␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorspelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorspelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorspelen.
- spelt␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorspellen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorspellen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorspellen.
- spiegelt␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorspiegelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorspiegelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorspiegelen.
- spoelt␣vooruit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitspoelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitspoelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vooruitspoelen.
- stelt␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorstellen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorstellen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorstellen.
- stelt␣voorop — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooropstellen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooropstellen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vooropstellen.
- sukkelt␣voort — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortsukkelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortsukkelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voortsukkelen.
- telt␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortellen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voortellen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voortellen.
- valt␣voor — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorvallen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorvallen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorvallen.
- valt␣voorover — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorovervallen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorovervallen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorovervallen.
- vielt␣voorover — w. Gij-vorm verleden tijd van voorovervallen.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: geen woord
- Frans WikiWoordenboek: geen woord
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 55 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|