Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13
Er zijn 25 woorden bevattend met LAUTEablauten auslauten dunkelflaute dunkelflauten geklauter inlauten klauter klauterde klauterden klauterden␣op klauterde␣op klauteren klauterend klauterende klauteren␣op klauter␣op klautert klautert␣op opklauter opklauterde opklauterden opklauteren opklauterend opklautert umlauten 34 definities gevonden- ablauten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ablaut.
- auslauten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord auslaut.
- dunkelflaute — n. (Meteorologie) weer waarbij er nauwelijks wind of zonneschijn…
- dunkelflauten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord dunkelflaute.
- geklauter — n. Het voortdurend met handen en voeten klimmen.
- inlauten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord inlaut.
- klauter — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klauteren. — w. Gebiedende wijs van klauteren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klauteren.
- klauterde — w. Enkelvoud verleden tijd van klauteren.
- klauterden — w. Meervoud verleden tijd van klauteren.
- klauterden␣op — w. Meervoud verleden tijd van opklauteren.
- klauterde␣op — w. Enkelvoud verleden tijd van opklauteren.
- klauteren — w. Inergatief klimmen, zich verticaal verplaatsen met behulp van…
- klauterend — w. Onvoltooid deelwoord van klauteren.
- klauterende — w. Verbogen vorm van klauterend, het onvoltooid deelwoord van klauteren.
- klauteren␣op — w. Meervoud tegenwoordige tijd van opklauteren.
- klauter␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opklauteren. — w. Gebiedende wijs van opklauteren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opklauteren.
- klautert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klauteren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klauteren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van klauteren.
- klautert␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opklauteren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opklauteren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van opklauteren.
- opklauter — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opklauteren.
- opklauterde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opklauteren.
- opklauterden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opklauteren.
- opklauteren — w. Naar boven klimmen.
- opklauterend — w. Onvoltooid deelwoord van opklauteren.
- opklautert — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opklauteren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opklauteren.
- umlauten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord umlaut.
Zie deze lijst voor:
|