Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 7 8 9 10 12 13 14
Er zijn 20 woorden bevattend met LEENTbeleent bruikleentje bruikleentjes hulpverleent inleent leent leent␣in leentje Leentje leentjes Leentjes leent␣uit ontleent uitleent verleent verleent␣hulp xyleentje xyleentjes zwaardleentje zwaardleentjes 37 definities gevonden- beleent — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van belenen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van belenen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van belenen.
- bruikleentje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bruikleen.
- bruikleentjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord bruikleen.
- hulpverleent — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hulpverlenen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hulpverlenen.
- inleent — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inlenen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inlenen.
- leent — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lenen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lenen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van lenen.
- leent␣in — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inlenen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inlenen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van inlenen.
- leentje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord leen.
- Leentje — eig. (Vrouwelijke naam) meisjesnaam.
- leentjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord leen.
- Leentjes — eig. Genitief van Leentje.
- leent␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitlenen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitlenen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitlenen.
- ontleent — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontlenen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontlenen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontlenen.
- uitleent — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitlenen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitlenen.
- verleent — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verlenen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verlenen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verlenen.
- verleent␣hulp — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hulpverlenen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hulpverlenen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van hulpverlenen.
- xyleentje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord xyleen.
- xyleentjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord xyleen.
- zwaardleentje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zwaardleen.
- zwaardleentjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zwaardleen.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 11 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 20 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 11 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|