Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11
Er zijn 19 woorden bevattend met LIEPTliept —— bliept sliept —— bliepte liep␣toe sliepte —— bliepten liept␣aan sliepten —— liep␣terug sliept␣uit uitsliept —— sliepte␣uit uitsliepte —— binnenliept liept␣binnen liep␣trappen sliepten␣uit uitsliepten 26 definities gevonden- liept — w. Gij-vorm verleden tijd van lopen.
- bliept — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bliepen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bliepen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bliepen.
- sliept — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sliepen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sliepen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van sliepen.
- bliepte — w. Enkelvoud verleden tijd van bliepen.
- liep␣toe — w. Enkelvoud verleden tijd van toelopen.
- sliepte — w. Enkelvoud verleden tijd van sliepen.
- bliepten — w. Meervoud verleden tijd van bliepen.
- liept␣aan — w. Gij-vorm verleden tijd van aanlopen.
- sliepten — w. Meervoud verleden tijd van sliepen.
- liep␣terug — w. Enkelvoud verleden tijd van teruglopen.
- sliept␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsliepen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsliepen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitsliepen.
- uitsliept — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsliepen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsliepen.
- sliepte␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitsliepen.
- uitsliepte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitsliepen.
- binnenliept — w. (In een bijzin) gij-vorm verleden tijd van binnenlopen.
- liept␣binnen — w. Gij-vorm verleden tijd van binnenlopen.
- liep␣trappen — w. Enkelvoud verleden tijd van trappenlopen.
- sliepten␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitsliepen.
- uitsliepten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitsliepen.
|