|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 11 12 13 14 15 16 17 18
Er zijn 23 woorden bevattend met LLABOtaallabo —— taallabo's —— collaboreer —— collaboratie collaborator collaboreert collaboreren —— collaborateur collaboratief collaboraties collaborators collaboreerde collaborerend —— collaborateurs collaboratoren collaboratrice collaboreerden collaborerende —— collaboratortje collaboratrices —— collaboratortjes —— collaboratricetje —— collaboratricetjes 30 definities gevonden- taallabo — n. Een klaslokaal met audiovisuele apparatuur die oefenen met…
- taallabo's — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord taallabo.
- collaboreer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van collaboreren. — w. Gebiedende wijs van collaboreren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van collaboreren.
- collaboratie — n. Het collaboreren.
- collaborator — n. (Beroep) iemand die collaboreert, een medewerker.
- collaboreert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van collaboreren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van collaboreren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van collaboreren.
- collaboreren — w. Inergatief meewerken, samenwerken. — w. Inergatief sinds W.O. II: met de vijand samenwerken (’heulen’).
- collaborateur — n. Iemand die samenwerkt, een medewerker. — n. (Pregnant) iemand die in bezette landen met de vijand samenwerkt.
- collaboratief — bijv. Gericht op samenwerking. — bijv. Gebaseerd op samenwerking.
- collaboraties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord collaboratie.
- collaborators — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord collaborator.
- collaboreerde — w. Enkelvoud verleden tijd van collaboreren.
- collaborerend — w. Onvoltooid deelwoord van collaboreren.
- collaborateurs — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord collaborateur.
- collaboratoren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord collaborator.
- collaboratrice — n. Vrouwelijke vorm van collaborateur vrouwelijke vorm van collaborator.
- collaboreerden — w. Meervoud verleden tijd van collaboreren.
- collaborerende — w. Verbogen vorm van collaborerend, het onvoltooid deelwoord van collaboreren.
- collaboratortje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord collaborator.
- collaboratrices — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord collaboratrice.
- collaboratortjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord collaborator.
- collaboratricetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord collaboratrice.
- collaboratricetjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord collaboratrice.
Zie deze lijst voor:
| |