Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 8 10 12
Er zijn 16 woorden bevattend met LOEGTploegt sloegt —— afploegt beploegt omploegt opploegt ploegt␣af ploegt␣om ploegt␣op sloeg␣toe —— doorploegt ploegt␣door sloeg␣terug sloegt␣stuk stuksloegt —— sloeg␣terneer 33 definities gevonden- ploegt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ploegen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ploegen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ploegen.
- sloegt — w. Gij-vorm verleden tijd van slaan.
- afploegt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afploegen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afploegen.
- beploegt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beploegen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beploegen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van beploegen.
- omploegt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omploegen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omploegen.
- opploegt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opploegen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opploegen.
- ploegt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afploegen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afploegen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afploegen.
- ploegt␣om — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omploegen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omploegen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van omploegen.
- ploegt␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opploegen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opploegen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van opploegen.
- sloeg␣toe — w. Enkelvoud verleden tijd van toeslaan.
- doorploegt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorploegen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorploegen. — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorploegen.
- ploegt␣door — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorploegen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorploegen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorploegen.
- sloeg␣terug — w. Enkelvoud verleden tijd van terugslaan.
- sloegt␣stuk — w. Gij-vorm verleden tijd van stukslaan.
- stuksloegt — w. (In een bijzin) gij-vorm verleden tijd van stukslaan.
- sloeg␣terneer — w. Enkelvoud verleden tijd van terneerslaan.
|