|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 9 10 11 12 13 14 15
Er zijn 21 woorden bevattend met LASTIGarmlastig boeglastig gelastigde gelastigden heklastig lastig lastigval lastigvallen lastigvallend lastigvallende lastigvalt lastigviel lastigvielen val␣lastig vallen␣lastig valt␣lastig vielen␣lastig viel␣lastig zaakgelastigd zaakgelastigde zaakgelastigden 29 definities gevonden- armlastig — bijv. Arm, hulpbehoevend.
- boeglastig — bijv. (Scheepvaart) niet in evenwicht door een verkeerde ladingsverdeling…
- gelastigde — n. (Juridisch) iemand die gemachtigd is om een bepaalde taak (in…
- gelastigden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord gelastigde.
- heklastig — bijv. (Scheepvaart) een verkeerde gewichtsverdeling hebbend, waardoor…
- lastig — bijv. Moeilijkheden veroorzakend of opwerpend. — bijw. Met moeite, op lastige wijze. — bijw. Bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord.
- lastigval — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lastigvallen.
- lastigvallen — w. Overgankelijk op hinderlijke wijze iemands aandacht opeisen… — w. Overgankelijk op vervelende wijze iemands aandacht trekken…
- lastigvallend — w. Onvoltooid deelwoord van lastigvallen.
- lastigvallende — w. Verbogen vorm van lastigvallend, het onvoltooid deelwoord van lastigvallen.
- lastigvalt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lastigvallen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lastigvallen.
- lastigviel — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van lastigvallen.
- lastigvielen — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van lastigvallen.
- val␣lastig — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lastigvallen. — w. Gebiedende wijs van lastigvallen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lastigvallen.
- vallen␣lastig — w. Meervoud tegenwoordige tijd van lastigvallen.
- valt␣lastig — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lastigvallen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lastigvallen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van lastigvallen.
- vielen␣lastig — w. Meervoud verleden tijd van lastigvallen.
- viel␣lastig — w. Enkelvoud verleden tijd van lastigvallen.
- zaakgelastigd — bijv. (Juridisch) met volmacht bekleed.
- zaakgelastigde — n. (Juridisch) (diplomatie) een persoon die de volmacht gekregen…
- zaakgelastigden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zaakgelastigde.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 3 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 2 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: 1 woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 127 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
| |