Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een achtste letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15
Er zijn 20 woorden bevattend met LOPPEERaangaloppeer aangaloppeerde aangaloppeerden aangaloppeert enveloppeer enveloppeerde enveloppeerden enveloppeert galoppeer galoppeer␣aan galoppeerde galoppeerde␣aan galoppeerden galoppeerden␣aan galoppeert galoppeert␣aan vergaloppeer vergaloppeerde vergaloppeerden vergaloppeert 37 definities gevonden- aangaloppeer — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- aangaloppeerde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aangalopperen.
- aangaloppeerden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van aangalopperen.
- aangaloppeert — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd… — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aangalopperen.
- enveloppeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van envelopperen. — w. Gebiedende wijs van envelopperen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van envelopperen.
- enveloppeerde — w. Enkelvoud verleden tijd van envelopperen.
- enveloppeerden — w. Meervoud verleden tijd van envelopperen.
- enveloppeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van envelopperen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van envelopperen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van envelopperen.
- galoppeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van galopperen. — w. Gebiedende wijs van galopperen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van galopperen.
- galoppeer␣aan — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aangalopperen. — w. Gebiedende wijs van aangalopperen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aangalopperen.
- galoppeerde — w. Enkelvoud verleden tijd van galopperen.
- galoppeerde␣aan — w. Enkelvoud verleden tijd van aangalopperen.
- galoppeerden — w. Meervoud verleden tijd van galopperen.
- galoppeerden␣aan — w. Meervoud verleden tijd van aangalopperen.
- galoppeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van galopperen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van galopperen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van galopperen.
- galoppeert␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aangalopperen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aangalopperen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aangalopperen.
- vergaloppeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vergalopperen. — w. Gebiedende wijs van vergalopperen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vergalopperen.
- vergaloppeerde — w. Enkelvoud verleden tijd van vergalopperen.
- vergaloppeerden — w. Meervoud verleden tijd van vergalopperen.
- vergaloppeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vergalopperen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vergalopperen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vergalopperen.
|