|
Lijst met woorden van 6 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vierde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 21 woorden van zes letters bevattend met NOPaten␣op boen␣op dien␣op doen␣op eten␣op gaan␣op juin␣op knopen knopig knopje knopte nopend nopens nopjes noppen noppes noppig nopten span␣op torn␣op zien␣op 34 definities gevonden- aten␣op — w. Meervoud verleden tijd van opeten.
- boen␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opboenen. — w. Gebiedende wijs van opboenen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opboenen.
- dien␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdienen. — w. Gebiedende wijs van opdienen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdienen.
- doen␣op — w. Meervoud tegenwoordige tijd van opdoen.
- eten␣op — w. Meervoud tegenwoordige tijd van opeten.
- gaan␣op — w. Meervoud tegenwoordige tijd van opgaan.
- juin␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opjuinen. — w. Gebiedende wijs van opjuinen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opjuinen.
- knopen — w. Overgankelijk een vastzittende lus in een koord, draad of touw maken. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord knoop.
- knopig — bijv. Vol knopen, met veel knopen. — bijv. (Plantkunde) met uitstekende knopen.
- knopje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord knop.
- knopte — w. Enkelvoud verleden tijd van knoppen.
- nopend — w. Onvoltooid deelwoord van nopen.
- nopens — voorz. (Formeel) omtrent, aangaande, met betrekking tot, over.
- nopjes — n. In zijn ~ zijn: vergenoegd zijn. — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord nop.
- noppen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord nop.
- noppes — voorn. (Informeel) niets of nul.
- noppig — bijv. Vol met noppen.
- nopten — w. Meervoud verleden tijd van noppen.
- span␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opspannen. — w. Gebiedende wijs van opspannen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opspannen.
- torn␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optornen. — w. Gebiedende wijs van optornen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optornen.
- zien␣op — w. Meervoud tegenwoordige tijd van opzien.
Zie deze lijst voor:
| |