|
Lijst met woorden van 7 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vierde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 19 woorden van zeven letters bevattend met NHAaanhaak aanhaal aanhang aanhark beenham Den␣Haag fijnhak inhaakt inhaalt inhaken inhaker inhakte inhalen inhaler inhalig openhak piranha Sinhala turnhal 28 definities gevonden- aanhaak — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanhaken.
- aanhaal — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanhalen.
- aanhang — n. Het geheel van iemands helpers, volgelingen, partners, vrienden. — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanhangen.
- aanhark — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanharken.
- beenham — n. Ham die bereid is met het vlees nog aan het bot.
- Den␣Haag — eig. (Toponiem) de hoofdstad van de provincie Zuid-Holland en… — eig. (Metonymisch), (politiek) de in [1] zetelende Nederlandse regering.
- fijnhak — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fijnhakken.
- inhaakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inhaken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inhaken.
- inhaalt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inhalen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inhalen.
- inhaken — w. Inergatief aanknopen bij, aansluiten op. — w. Inergatief steken door de gebogen arm van een ander. — w. Overgankelijk met een haak slaan in.
- inhaker — n. Lied, bedoeld om het publiek te laten inhaken (en meedeinen). — n. Reclame-uiting (artikel, foto, slogan) die inhaakt op de actualiteit.
- inhakte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inhakken.
- inhalen — w. Overgankelijk binnen of binnenboord brengen. — w. Overgankelijk een achterstand (meer dan) goed maken.
- inhaler — n. Inhalator.
- inhalig — bijv. Van een persoon dat hij veel dingen pakt om in bezit te nemen. — bijv. Gierig, wel kunnen pakken maar niet kunnen geven.
- openhak — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openhakken.
- piranha — n. (Vissen) Serrasalminae bloeddorstige zeer gevaarlijke Zuid-Amerikaanse…
- Sinhala — n. (Taal) een taal die op Sri Lanka gesproken wordt.
- turnhal — n. Een grote gymnastiekzaal met turnapparatuur en tribunes voor publiek.
Zie deze lijst voor:
| |