Woordenlijsten Zoek woorden

Lijst met woorden van 8 letters bevattend met

Snelle modus

Klik om een vierde letter toe te voegen

Klik om de laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetischAllemaal op maat56789101112131415161718192021


Er zijn 20 woorden van acht letters bevattend met NRI

aanrichtaanrijdtaanrijgtaanrijptbomenrijEnriquesheenrijdHenriekeinriepeninrijdaminrijdeninrijgeninritjesinrittenopenrijtopenritsossenribspanriemtreinrituienring

32 definities gevonden

  • aanricht — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanrichten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanrichten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanrichten.
  • aanrijdt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanrijden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanrijden.
  • aanrijgt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanrijgen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanrijgen.
  • aanrijpt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanrijpen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanrijpen.
  • bomenrij — n. Een rij door de mens geplante bomen, vaak langs een weg of kanaal.
  • Enriques — eig. Genitief van Enrique.
  • heenrijd — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heenrijden.
  • Henrieke — eig. (Vrouwelijke naam) meisjesnaam.
  • inriepen — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van inroepen.
  • inrijdam — n. Een smal stuk grond in een watergang (sloot) om op een stuk…
  • inrijden — w. Overgankelijk rijdend ingaan, binnenkomen. — w. Overgankelijk voorzichtig rijden met iets en het zo geschikt… — w. Overgankelijk ~ op: expres aanrijden.
  • inrijgen — w. Overgankelijk in iets anders rijgen. — w. Overgankelijk met een rijgdraad nauwer maken.
  • inritjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord inrit.
  • inritten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord inrit.
  • openrijt — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openrijten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openrijten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openrijten.
  • openrits — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openritsen.
  • ossenrib — n. (Voeding) ribstuk van een os.
  • spanriem — n. Een stevige band waarmee men goederen kan vastsjorren. — n. Riem waarmee men een tent stevig kan verankeren. — n. Een stevige band waarlangs men een scheermes kan slijpen.
  • treinrit — n. Korte reis per spoor zonder terugreis.
  • uienring — n. Gesneden ui zodanig dat er ringen zijn ontstaan.
Vorige lijstVolgende lijst
Willekeurig woordTerug naar boven

Zie deze lijst voor:



Ortograf Inc.Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid.
© Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.