Woordenlijsten Zoek woorden

Lijst met woorden bevattend met

Snelle modus

Klik om een vierde letter toe te voegen

Klik om de laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetischAllemaal op maat78910111213141516


Er zijn 23 woorden bevattend met NTF

Ambt␣Montfortcementfabriekcementfabriekencementfabriekjecementfabriekjesmanagementfeemanagementfeesontfermontfermdeontfermdenontfermenontfermendontfermendeontfermtontfutselontfutseldeontfutseldenontfutselenontfutselendontfutselendeontfutselttentfeesttentfeesten

33 definities gevonden

  • Ambt␣Montfort — n. Een gemeente in Nederlands-Limburg van 1991 tot 2007. — n. Een bestuursdistrict van 1277 tot 1794 onder het graafschap Gelder.
  • cementfabriek — n. Een fabriek waar cement geproduceerd wordt.
  • cementfabrieken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord cementfabriek.
  • cementfabriekje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord cementfabriek.
  • cementfabriekjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord cementfabriek.
  • managementfee — n. (Economie) vergoeding die een directeur of leidinggevende ontvangt. — n. (Economie) vergoeding de een vermogensbeheerder ontvangt voor…
  • managementfees — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord managementfee.
  • ontferm — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zich ontfermen. — w. Gebiedende wijs van zich ontfermen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
  • ontfermde — w. Enkelvoud verleden tijd van zich ontfermen.
  • ontfermden — w. Meervoud verleden tijd van zich ontfermen.
  • ontfermen — w. Wederkerend zich ~ over zich het lot van iemand aantrekken…
  • ontfermend — w. Onvoltooid deelwoord van zich ontfermen.
  • ontfermende — w. Verbogen vorm van ontfermend, het onvoltooid deelwoord van ontfermen.
  • ontfermt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zich ontfermen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zich ontfermen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van zich ontfermen.
  • ontfutsel — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontfutselen. — w. Gebiedende wijs van ontfutselen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontfutselen.
  • ontfutselde — w. Enkelvoud verleden tijd van ontfutselen.
  • ontfutselden — w. Meervoud verleden tijd van ontfutselen.
  • ontfutselen — w. Overgankelijk iemand iets afhandig maken.
  • ontfutselend — w. Onvoltooid deelwoord van ontfutselen.
  • ontfutselende — w. Verbogen vorm van ontfutselend, het onvoltooid deelwoord van ontfutselen.
  • ontfutselt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontfutselen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontfutselen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontfutselen.
  • tentfeest — n. Agrarisch feest dat in een grote feesttent gehouden wordt;…
  • tentfeesten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tentfeest.
Vorige lijstVolgende lijst
Willekeurig woordTerug naar boven

Zie deze lijst voor:

  • Engels WikiWoordenboek: 265 woorden
  • Frans WikiWoordenboek: 676 woorden
  • Spaans WikiWoordenboek: 2 woorden
  • Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
  • Duits WikiWoordenboek: 715 woorden
  • Portugees WikiWoordenboek: geen woord


Ortograf Inc.Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid.
© Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.