|
Lijst met woorden van 11 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 23 woorden van elf letters bevattend met NSELafranselden afranselend afranseling afronselden afronselend beginseltje counselende kanselieren kwanselarij kwanselende oerbeginsel onmenselijk onwenselijk ranselden␣af ranselingen ronselden␣af spinseltjes uitspansels verfronselt verkwanselt verronselde verronselen verzinselen 27 definities gevonden- afranselden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afranselen.
- afranselend — w. Onvoltooid deelwoord van afranselen.
- afranseling — n. Een pak slaag; een pak rammel; een aantal flinke klappen.
- afronselden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afronselen.
- afronselend — w. Onvoltooid deelwoord van afronselen.
- beginseltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord beginsel.
- counselende — w. Verbogen vorm van counselend, het onvoltooid deelwoord van counselen.
- kanselieren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord kanselier.
- kwanselarij — n. Het slordig handeldrijven; ruiling.
- kwanselende — w. Verbogen vorm van kwanselend, het onvoltooid deelwoord van kwanselen.
- oerbeginsel — n. Allereerste, oorspronkelijke beginsel waaruit leven groeit.
- onmenselijk — bijv. Niet goed voor de medemens.
- onwenselijk — bijv. Niet wenselijk, ongewenst.
- ranselden␣af — w. Meervoud verleden tijd van afranselen.
- ranselingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ranseling.
- ronselden␣af — w. Meervoud verleden tijd van afronselen.
- spinseltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord spinsel.
- uitspansels — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord uitspansel.
- verfronselt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verfronselen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verfronselen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verfronselen.
- verkwanselt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verkwanselen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verkwanselen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verkwanselen.
- verronselde — w. Enkelvoud verleden tijd van verronselen.
- verronselen — w. Op een onhandige, slinkse, knoeierige manier van de hand doen.
- verzinselen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord verzinsel.
Zie deze lijst voor:
| |