|
Lijst met woorden van 9 letters bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 19 woorden van negen letters bevattend met NVOEaanvoegde aanvoegen aanvoelde aanvoelen aanvoerde aanvoeren groenvoer herinvoer invoegden invoegend invoeging invoegsel invoelden invoelend invoerden invoerder invoerend invoering samenvoeg 27 definities gevonden- aanvoegde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanvoegen.
- aanvoegen — w. Aan iets anders toevoegen met als doel iets goed te laten sluiten.
- aanvoelde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanvoelen.
- aanvoelen — w. Overgankelijk gevoel hebben voor, bij intuïtie begrijpen. — w. Overgankelijk met het gevoel begrijpen. — w. Overgankelijk het genoemde gevoel geven.
- aanvoerde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanvoeren.
- aanvoeren — w. Overgankelijk bevel voeren over, leiden. — w. Overgankelijk aanbrengen, naartoe transporteren. — w. Overgankelijk bijbrengen als bewijs.
- groenvoer — n. Plantendelen als veevoeder. — n. (Schertsend) (voeding) groente.
- herinvoer — n. Importeren van wat eerder is geëxporteerd. — n. Laten terugkeren van iets dat was beëindigd. — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herinvoeren.
- invoegden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van invoegen.
- invoegend — w. Onvoltooid deelwoord van invoegen.
- invoeging — n. Het invoegen. — n. Datgene wat ingevoegd wordt of is.
- invoegsel — n. (Taalkunde) een affix zonder eigen betekenis dat tussen twee…
- invoelden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van invoelen.
- invoelend — w. Onvoltooid deelwoord van invoelen.
- invoerden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van invoeren.
- invoerder — n. (Beroep) iemand die invoert (uit het buitenland), een importeur.
- invoerend — w. Onvoltooid deelwoord van invoeren.
- invoering — n. Het invoeren, implementatie.
- samenvoeg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenvoegen.
| |