Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 18
Er zijn 24 woorden bevattend met NCIDcoïncideer coïncideerde coïncideerden coïncideert coïncidentie coïncidenties coïncideren coïnciderend coïnciderende incideer incideerde incideerden incideert incident incidenteel incidenten incidentenpolitiek incidentie incidenties incidentje incidentjes incideren inciderend inciderende 36 definities gevonden- coïncideer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van coïncideren. — w. Gebiedende wijs van coïncideren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van coïncideren.
- coïncideerde — w. Enkelvoud verleden tijd van coïncideren.
- coïncideerden — w. Meervoud verleden tijd van coïncideren.
- coïncideert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van coïncideren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van coïncideren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van coïncideren.
- coïncidentie — n. Het toevallig samenvallen van omstandigheden.
- coïncidenties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord coïncidentie.
- coïncideren — w. Absoluut samenvallen in ruimte of tijd. — w. Overgankelijk het samenvallen in ruimte of tijd vaststellen.
- coïnciderend — w. Onvoltooid deelwoord van coïncideren.
- coïnciderende — w. Verbogen vorm van coïnciderend, het onvoltooid deelwoord van coïncideren.
- incideer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van incideren. — w. Gebiedende wijs van incideren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van incideren.
- incideerde — w. Enkelvoud verleden tijd van incideren.
- incideerden — w. Meervoud verleden tijd van incideren.
- incideert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van incideren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van incideren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van incideren.
- incident — n. Een opschudding verwekkend voorval. — n. Vervelende gebeurtenis, ongeval. — n. (Juridisch) twistpunt naast het hoofdgeschil in een geding [1].
- incidenteel — bijv. Niet stelselmatig voorkomend.
- incidenten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord incident.
- incidentenpolitiek — n. (Politiek) politiek die gericht is op het oplossen van een…
- incidentie — n. Het voorkomen. — n. (Medisch) het aantal nieuwe gevallen van een ziekte per tijdseenheid…
- incidenties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord incidentie.
- incidentje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord incident.
- incidentjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord incident.
- incideren — w. Overgankelijk insnijden.
- inciderend — w. Onvoltooid deelwoord van incideren.
- inciderende — w. Verbogen vorm van inciderend, het onvoltooid deelwoord van incideren.
Zie deze lijst voor:
|