Lijst met woorden bevattend met

  Snelle modus

Klik om een vijfde letter toe te voegen

Klik om de laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  7  9  10  11  12  13  14  15  17  18

Er zijn 24 woorden bevattend met NELW

autosnelweg  autosnelwegen  fietssnelweg  fietssnelwegen  fietssnelweggetje  fietssnelweggetjes  snelwandel  snelwandelaar  snelwandelaars  snelwandelde  snelwandelden  snelwandelen  snelwandelend  snelwandelende  snelwandelt  snelweg snel␣weg  snelwegafrit  snelwegafritje  snelwegafritjes  snelwegafritten  snelwegen  snelwegje  snelwegjes

30 definities gevonden

• autosnelweg — n. (Verkeer) weg voor snelverkeer (dat sneller kan en mag rijden…
• autosnelwegen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord autosnelweg.
• fietssnelweg — n. Een fietspad dat een voorrangsroute vormt voor langeafstandsfietsers.
• fietssnelwegen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord fietssnelweg.
• fietssnelweggetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord fietssnelweg.
• fietssnelweggetjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord fietssnelweg.
• snelwandel — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snelwandelen. — w. Gebiedende wijs van snelwandelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snelwandelen.
• snelwandelaar — n. Iemand die aan snelwandelen doet.
• snelwandelaars — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord snelwandelaar.
• snelwandelde — w. Enkelvoud verleden tijd van snelwandelen.
• snelwandelden — w. Meervoud verleden tijd van snelwandelen.
• snelwandelen — w. (Sport) loopnummer in de atletiek, waarbij men wandelt, dus…
• snelwandelend — w. Onvoltooid deelwoord van snelwandelen.
• snelwandelende — w. Verbogen vorm van snelwandelend, het onvoltooid deelwoord van snelwandelen.
• snelwandelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snelwandelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snelwandelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van snelwandelen.
• snelweg — n. (Verkeer) een grote brede weg speciaal voor motorvoertuigen.
• snel␣weg — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegsnellen. — w. Gebiedende wijs van wegsnellen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegsnellen.
• snelwegafrit — n. (Verkeer) de plaats waar het verkeer de snelweg kan verlaten.
• snelwegafritje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord snelwegafrit.
• snelwegafritjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord snelwegafrit.
• snelwegafritten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord snelwegafrit.
• snelwegen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord snelweg.
• snelwegje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord snelweg.
• snelwegjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord snelweg.

Zie deze lijst voor:

• Engels WikiWoordenboek: 22 woorden
• Frans WikiWoordenboek: 1 woord
• Spaans WikiWoordenboek: geen woord
• Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
• Duits WikiWoordenboek: geen woord
• Portugees WikiWoordenboek: geen woord

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.