Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15 17 18
Er zijn 21 woorden bevattend met NOSPcasinospel casinospelen casinospellen dominospel dominospelen pianospeel pianospeelde pianospeelden pianospeelster pianospeelsters pianospeelstertje pianospeelstertjes pianospeelt pianospel pianospelen pianospelend pianospelende pianospeler pianospelers pianospelertje pianospelertjes 24 definities gevonden- casinospel — n. (Spel) alle mogelijke kansspelen waarmee de bezoekers van een…
- casinospelen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord casinospel.
- casinospellen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord casinospel.
- dominospel — n. De zaken die men nodig heeft om domino te kunnen spelen. — n. De keer dat men domino speelt.
- dominospelen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord dominospel.
- pianospeel — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pianospelen.
- pianospeelde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van pianospelen.
- pianospeelden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van pianospelen.
- pianospeelster — n. (Muziek) (beroep) vrouwelijke pianospeler.
- pianospeelsters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord pianospeelster.
- pianospeelstertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord pianospeelster.
- pianospeelstertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord pianospeelster.
- pianospeelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pianospelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pianospelen.
- pianospel — n. Het spelen op de piano en de muziek die daardoor ontstaat.
- pianospelen — w. Muziek maken met een piano. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord pianospel.
- pianospelend — w. Onvoltooid deelwoord van pianospelen.
- pianospelende — w. Verbogen vorm van pianospelend, het onvoltooid deelwoord van pianospelen.
- pianospeler — n. (Muziek) (beroep) pianist Iemand die (als beroep) een piano bespeelt.
- pianospelers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord pianospeler.
- pianospelertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord pianospeler.
- pianospelertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord pianospeler.
Zie deze lijst voor:
|