|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14
Er zijn 19 woorden bevattend met NTUEaccentueer accentueerde accentueerden accentueert accentueren accentuerend accentuerende accentuering accentueringen eventueel gargantuesk intueer intueerde intueerden intueert intueren intuerend intuerende procentueel 30 definities gevonden- accentueer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van accentueren. — w. Gebiedende wijs van accentueren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van accentueren.
- accentueerde — w. Enkelvoud verleden tijd van accentueren.
- accentueerden — w. Meervoud verleden tijd van accentueren.
- accentueert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van accentueren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van accentueren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van accentueren.
- accentueren — w. Overgankelijk de nadruk leggen op. — w. Overgankelijk nadruk verdelen over. — w. Overgankelijk klemtoon aangeven.
- accentuerend — w. Onvoltooid deelwoord van accentueren.
- accentuerende — w. Verbogen vorm van accentuerend, het onvoltooid deelwoord van accentueren.
- accentuering — n. Presentatie op zo’n manier dat het als onderdeel extra opvalt.
- accentueringen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord accentuering.
- eventueel — bijv. Mogelijk, iets wat zou kunnen zijn maar niet noodzakelijk zo is. — bijw. In een voorkomend geval, misschien, als het nodig is.
- gargantuesk — bijv. Overdadig (in drank en spijs).
- intueer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van intueren. — w. Gebiedende wijs van intueren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van intueren.
- intueerde — w. Enkelvoud verleden tijd van intueren.
- intueerden — w. Meervoud verleden tijd van intueren.
- intueert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van intueren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van intueren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van intueren.
- intueren — w. Door intuïtie ervaren.
- intuerend — w. Onvoltooid deelwoord van intueren.
- intuerende — w. Verbogen vorm van intuerend, het onvoltooid deelwoord van intueren.
- procentueel — bijv. In procenten (als percentage) uitgedrukt.
Zie deze lijst voor:
| |