Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12
Er zijn 25 woorden bevattend met NVOCaanvocht aanvochten convocaat convocaatje convocaatjes convocaten convocatie convocaties convoceer convoceerde convoceerden convoceert convoceren convocerend convocerende invocatie invocaties invocht invochten invochtend invochtende invochtte invochtten traanvocht traanvochten 33 definities gevonden- aanvocht — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanvechten.
- aanvochten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van aanvechten.
- convocaat — n. Een oproep tot verschijning bij bijvoorbeeld een vergadering.
- convocaatje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord convocaat.
- convocaatjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord convocaat.
- convocaten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord convocaat.
- convocatie — n. Bijeenroeping van een vergadering. — n. Convocatiebriefje.
- convocaties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord convocatie.
- convoceer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van convoceren. — w. Gebiedende wijs van convoceren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van convoceren.
- convoceerde — w. Enkelvoud verleden tijd van convoceren.
- convoceerden — w. Meervoud verleden tijd van convoceren.
- convoceert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van convoceren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van convoceren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van convoceren.
- convoceren — w. Overgankelijk voor een vergadering bijeenroepen.
- convocerend — w. Onvoltooid deelwoord van convoceren.
- convocerende — w. Verbogen vorm van convocerend, het onvoltooid deelwoord van convoceren.
- invocatie — n. De hulp van god inroepen aan het begin van een gebeurtenis.
- invocaties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord invocatie.
- invocht — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van invechten. — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van invochten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van invochten.
- invochten — w. Overgankelijk vochtig maken. — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van invechten.
- invochtend — w. Onvoltooid deelwoord van invochten.
- invochtende — w. Verbogen vorm van invochtend, het onvoltooid deelwoord van invochten.
- invochtte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van invochten.
- invochtten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van invochten.
- traanvocht — n. Een waterige substantie die het oog vochtig houdt.
- traanvochten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord traanvocht.
Zie deze lijst voor:
|