Lijst met woorden van 13 letters bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 19 woorden van dertien letters bevattend met NDENSbandenstapels blindenstokje boenden␣schoon condensatoren condenseerden condenserende condensortjes condenssporen condensstreep eilandenstaat gecondenseerd hondenscholen hondenstielen lendenstukken mengcondensor tandenschuier tandenstokers tendensromans woonden␣scheef 20 definities gevonden- bandenstapels — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bandenstapel.
- blindenstokje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord blindenstok.
- boenden␣schoon — w. Meervoud verleden tijd van schoonboenen.
- condensatoren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord condensator.
- condenseerden — w. Meervoud verleden tijd van condenseren.
- condenserende — w. Verbogen vorm van condenserend, het onvoltooid deelwoord van condenseren.
- condensortjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord condensor.
- condenssporen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord condensspoor.
- condensstreep — n. Witte, lijnvormige wolk die ontstaat bij het vliegen met een straalvliegtuig.
- eilandenstaat — n. Een voornamelijk uit eilanden bestaande staat.
- gecondenseerd — bijv. Van een gas dat ze is overgegaan in de vloeibare fase. — bijv. Ingedikt door het laten verdampen van de vloeistof.
- hondenscholen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord hondenschool.
- hondenstielen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord hondenstiel.
- lendenstukken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord lendenstuk.
- mengcondensor — n. (Techniek) condensor met stoom en koelwater in hetzelfde vat.
- tandenschuier — n. (Suriname) borsteltje om het gebit schoon te poetsen.
- tandenstokers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tandenstoker.
- tendensromans — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tendensroman.
- woonden␣scheef — w. Meervoud verleden tijd van scheefwonen.
Zie deze lijst voor:
|