|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 16 17
Er zijn 18 woorden bevattend met NADRUbenadruk benadrukken benadrukkend benadrukkende benadrukt benadrukte benadrukten nadruk nadrukkelijk nadrukkelijkheden nadrukkelijkheid nadrukken nadrukkend nadrukkende nadrukt nadrukte nadrukten onnadrukkelijk 28 definities gevonden- benadruk — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van benadrukken. — w. Gebiedende wijs van benadrukken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van benadrukken.
- benadrukken — w. Overgankelijk extra aandacht leggen op iets.
- benadrukkend — w. Onvoltooid deelwoord van benadrukken.
- benadrukkende — w. Verbogen vorm van benadrukkend, het onvoltooid deelwoord van benadrukken.
- benadrukt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van benadrukken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van benadrukken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van benadrukken.
- benadrukte — w. Enkelvoud verleden tijd van benadrukken. — w. Verbogen vorm van benadrukt, voltooid deelwoord van benadrukken.
- benadrukten — w. Meervoud verleden tijd van benadrukken.
- nadruk — n. Een bijzondere aandacht die besteed wordt. — n. Een latere druk van een oude uitgave. — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nadrukken.
- nadrukkelijk — bijv. Met klem, met na druk, duidelijk, met ernst.
- nadrukkelijkheden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord nadrukkelijkheid.
- nadrukkelijkheid — n. De mate waarin iets of iemand extra aandacht krijgt. — n. Iets dat extra aandacht krijgt.
- nadrukken — w. Overgankelijk een verdere oplage van een geschrift drukken. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord nadruk.
- nadrukkend — w. Onvoltooid deelwoord van nadrukken.
- nadrukkende — w. Verbogen vorm van nadrukkend, het onvoltooid deelwoord van nadrukken.
- nadrukt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nadrukken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nadrukken.
- nadrukte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van nadrukken.
- nadrukten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van nadrukken.
- onnadrukkelijk — bijv. Zonder speciale aandacht; zonder klemtoon.
| |