Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
Er zijn 20 woorden bevattend met NBIJTinbijt —— aanbijt —— inbijten inbijtte —— aanbijten inbijtend inbijtten —— aanbijtend inbijtende —— aanbijtende —— kuitenbijter —— kuitenbijters paardenbijter paardenbijtje —— paardenbijters paardenbijtjes —— kuitenbijtertje —— kuitenbijtertjes paardenbijtertje —— paardenbijtertjes 28 definities gevonden- inbijt — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inbijten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inbijten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inbijten.
- aanbijt — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbijten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbijten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbijten.
- inbijten — w. Onovergankelijk bijtend inwerken. — w. Overgankelijk met een bijtend middel bewerken. — w. Overgankelijk (een vaartuig) door drijfijs leiden.
- inbijtte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inbijten.
- aanbijten — w. In het aas bijten. — w. Het eerste stuk van iets bijten.
- inbijtend — w. Onvoltooid deelwoord van inbijten.
- inbijtten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van inbijten.
- aanbijtend — w. Onvoltooid deelwoord van aanbijten.
- inbijtende — w. Verbogen vorm van inbijtend, het onvoltooid deelwoord van inbijten.
- aanbijtende — w. Verbogen vorm van aanbijtend, het onvoltooid deelwoord van aanbijten.
- kuitenbijter — n. (Sport) een stevige klim tijdens een wandel- of fietstocht. — n. (Sport) fanatieke, volhardende mandekker bij het voetbal.
- kuitenbijters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord kuitenbijter.
- paardenbijter — n. (Libellen) Aeshna mixta een echte libel (Anisoptera) uit de…
- paardenbijtje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord paardenbij.
- paardenbijters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord paardenbijter.
- paardenbijtjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord paardenbij.
- kuitenbijtertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kuitenbijter.
- kuitenbijtertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord kuitenbijter.
- paardenbijtertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord paardenbijter.
- paardenbijtertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord paardenbijter.
|