|
Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 10 11 12 13 14 15 18 19
Er zijn 23 woorden bevattend met NFLUIaanfluiting aanfluitingen aanfluitinkje aanfluitinkjes influister influisterde influisterden influisteren influisterend influisterende influistering influisteringen influistert paardenfluisteraar paardenfluisteraars panfluit panfluiten panfluitje panfluitjes tuinfluiter tuinfluiters tuinfluitertje tuinfluitertjes 27 definities gevonden- aanfluiting — n. (Pejoratief) iets dat belachelijk of schandelijk is. — n. Uiting waaruit blijkt dat iets belachelijk of schandelijk wordt gevonden.
- aanfluitingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aanfluiting.
- aanfluitinkje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aanfluiting.
- aanfluitinkjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord aanfluiting.
- influister — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van influisteren.
- influisterde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van influisteren.
- influisterden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van influisteren.
- influisteren — w. Overgankelijk iemand heimelijk iets zeggen. — w. Overgankelijk iets met een geringe geluidssterkte in het oor zeggen. — w. Overgankelijk voorzeggen tijdens een toneel voorstelling, souffleren.
- influisterend — w. Onvoltooid deelwoord van influisteren.
- influisterende — w. Verbogen vorm van influisterend, het onvoltooid deelwoord van influisteren.
- influistering — n. Wat men op een stiekeme, fluisterende manier wordt verteld…
- influisteringen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord influistering.
- influistert — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van influisteren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van influisteren.
- paardenfluisteraar — n. (Paardrijden) iemand die paarden traint met veel begrip voor…
- paardenfluisteraars — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord paardenfluisteraar.
- panfluit — n. (Muziekinstrument) blaasinstrument dat is samengesteld uit…
- panfluiten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord panfluit.
- panfluitje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord panfluit.
- panfluitjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord panfluit.
- tuinfluiter — n. (Vogels) Sylvia borin , een zangvogel uit de familie van zangers Sylviidae.
- tuinfluiters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tuinfluiter.
- tuinfluitertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord tuinfluiter.
- tuinfluitertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord tuinfluiter.
Zie deze lijst voor:
| |