Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Er zijn 24 woorden bevattend met NIJPTnijpt —— knijpt —— afnijpt nijpt␣af —— afknijpt beknijpt knijpt␣af knijp␣toe nijptang —— knijptang knijpt␣toe knijpt␣uit toeknijpt uitknijpt —— fijnknijpt knijpt␣fijn nijptangen —— dichtknijpt knijptangen knijpt␣dicht knijpt␣samen samenknijpt —— nijptangetje —— nijptangetjes 53 definities gevonden- nijpt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nijpen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nijpen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van nijpen.
- knijpt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knijpen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knijpen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van knijpen.
- afnijpt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afnijpen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afnijpen.
- nijpt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afnijpen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afnijpen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afnijpen.
- afknijpt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afknijpen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afknijpen.
- beknijpt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beknijpen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beknijpen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van beknijpen.
- knijpt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afknijpen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afknijpen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afknijpen.
- knijp␣toe — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toeknijpen. — w. Gebiedende wijs van toeknijpen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toeknijpen.
- nijptang — n. (Gereedschap) een tang met een in de lengterichting afgeplatte…
- knijptang — n. Tang waarmee je spijkers kunt uittrekken.
- knijpt␣toe — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toeknijpen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toeknijpen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van toeknijpen.
- knijpt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitknijpen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitknijpen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitknijpen.
- toeknijpt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toeknijpen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toeknijpen.
- uitknijpt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitknijpen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitknijpen.
- fijnknijpt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fijnknijpen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fijnknijpen.
- knijpt␣fijn — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fijnknijpen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fijnknijpen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van fijnknijpen.
- nijptangen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord nijptang.
- dichtknijpt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtknijpen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtknijpen.
- knijptangen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord knijptang.
- knijpt␣dicht — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtknijpen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtknijpen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van dichtknijpen.
- knijpt␣samen — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenknijpen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenknijpen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van samenknijpen.
- samenknijpt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenknijpen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenknijpen.
- nijptangetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord nijptang.
- nijptangetjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord nijptang.
|