Lijst met woorden bevattend met Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om de laatste letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Er zijn 18 woorden bevattend met NJAAGaanjaag aanjaagde aanjaagden aanjaagfunctie aanjaagfuncties aanjaagt hartenjaag hartenjaagde hartenjaagden hartenjaagt injaag injaagde injaagden injaagt uiteenjaag uiteenjaagde uiteenjaagden uiteenjaagt 26 definities gevonden- aanjaag — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanjagen.
- aanjaagde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanjagen.
- aanjaagden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van aanjagen.
- aanjaagfunctie — n. Stimulerende rol.
- aanjaagfuncties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aanjaagfunctie.
- aanjaagt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanjagen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanjagen.
- hartenjaag — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hartenjagen. — w. Gebiedende wijs van hartenjagen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hartenjagen.
- hartenjaagde — w. Enkelvoud verleden tijd van hartenjagen.
- hartenjaagden — w. Meervoud verleden tijd van hartenjagen.
- hartenjaagt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hartenjagen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hartenjagen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van hartenjagen.
- injaag — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van injagen.
- injaagde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van injagen.
- injaagden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van injagen.
- injaagt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van injagen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van injagen.
- uiteenjaag — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uiteenjagen.
- uiteenjaagde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uiteenjagen.
- uiteenjaagden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uiteenjagen.
- uiteenjaagt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uiteenjagen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uiteenjagen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uiteenjagen.
|