Lijst met woorden bevattend met

  Snelle modus

Klik om een zesde letter toe te voegen

Klik om de laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  6  7  8  9  10  11  12  14

Er zijn 17 woorden bevattend met NOTEE

annoteer  annoteerde  annoteerden  annoteert  beursgenoteerd  connoteer  connoteerde  connoteerden  connoteert  denoteer  denoteerde  denoteerden  denoteert  noteer  noteerde  noteerden  noteert

33 definities gevonden

• annoteer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van annoteren. — w. Gebiedende wijs van annoteren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van annoteren.
• annoteerde — w. Enkelvoud verleden tijd van annoteren.
• annoteerden — w. Meervoud verleden tijd van annoteren.
• annoteert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van annoteren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van annoteren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van annoteren.
• beursgenoteerd — bijv. Een beursnotering hebbend.
• connoteer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van connoteren. — w. Gebiedende wijs van connoteren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van connoteren.
• connoteerde — w. Enkelvoud verleden tijd van connoteren.
• connoteerden — w. Meervoud verleden tijd van connoteren.
• connoteert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van connoteren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van connoteren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van connoteren.
• denoteer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van denoteren. — w. Gebiedende wijs van denoteren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van denoteren.
• denoteerde — w. Enkelvoud verleden tijd van denoteren.
• denoteerden — w. Meervoud verleden tijd van denoteren.
• denoteert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van denoteren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van denoteren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van denoteren.
• noteer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van noteren. — w. Gebiedende wijs van noteren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van noteren.
• noteerde — w. Enkelvoud verleden tijd van noteren.
• noteerden — w. Meervoud verleden tijd van noteren.
• noteert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van noteren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van noteren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van noteren.

Zie deze lijst voor:

• Engels WikiWoordenboek: 6 woorden
• Frans WikiWoordenboek: 71 woorden
• Spaans WikiWoordenboek: 7 woorden
• Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
• Duits WikiWoordenboek: geen woord
• Portugees WikiWoordenboek: geen woord

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.