Lijst met woorden bevattend met

  Snelle modus

Klik om een zesde letter toe te voegen

Klik om de laatste letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  9  10  11  12  13  14  15  16  17  18  19

Er zijn 23 woorden bevattend met NWIEL

baanwielrennen  baanwielrenner  baanwielrenners  baanwielrennertje  baanwielrennertjes  baanwielrenster  baanwielrensters  baanwielrenstertje  baanwielrenstertjes  binnenwiel  binnenwielen  binnenwieltje  binnenwieltjes  eenwieler  eenwielers  eenwielertje  eenwielertjes  karrenwiel  karrenwielen  karrenwieltje  karrenwieltjes  wagenwiel  wagenwielen

24 definities gevonden

• baanwielrennen — n. (Sport) wielrennen op de baan, als sport.
• baanwielrenner — n. (Wielrennen) iemand die aan baanwielrennen doet.
• baanwielrenners — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord baanwielrenner.
• baanwielrennertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord baanwielrenner.
• baanwielrennertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord baanwielrenner.
• baanwielrenster — n. Vrouwelijke vorm van baanwielrenner.
• baanwielrensters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord baanwielrenster.
• baanwielrenstertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord baanwielrenster.
• baanwielrenstertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord baanwielrenster.
• binnenwiel — n. Het wiel dat aan de binnenzijde ligt.
• binnenwielen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord binnenwiel.
• binnenwieltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord binnenwiel.
• binnenwieltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord binnenwiel.
• eenwieler — n. Een fiets met één wiel vooral gebruikt voor acrobatiek.
• eenwielers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord eenwieler.
• eenwielertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord eenwieler.
• eenwielertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord eenwieler.
• karrenwiel — n. Het (houten) wiel van een voertuig met twee wielen.
• karrenwielen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord karrenwiel.
• karrenwieltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord karrenwiel.
• karrenwieltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord karrenwiel.
• wagenwiel — n. Het houten wiel van een wagen of kar. — n. Een vroegchristelijk symbool, het IX monogram.
• wagenwielen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord wagenwiel.

Zie deze lijst voor:

• Engels WikiWoordenboek: 13 woorden
• Frans WikiWoordenboek: 1 woord
• Spaans WikiWoordenboek: geen woord
• Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
• Duits WikiWoordenboek: geen woord
• Portugees WikiWoordenboek: geen woord

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.